Intervaltraining voor een betere conditie
Een goede conditie, heb jij die? Of kan daar wel wat aan gedaan worden? Een betere conditie helpt jou niet alleen tijdens het sporten, maar ook bij dagelijkse handelingen. Dus een winst-winst situatie. En het goede nieuws, het hoeft niet per se veel tijd te kosten. Dus trek die hardloopschoenen maar uit de kast en ga ervoor!
Ik heb nog nooit zo’n makkelijke bootcamptraining gehad als toen vlak nadat ik een marathon had gelopen. Niet omdat die bootcampsessie nou zo makkelijk was, maar omdat ik een goede conditie had. Nu zeg ik niet dat je marathon nodig hebt om een betere conditie te krijgen. Maar bepaalde delen uit de training voor die 42,195 km kunnen je zeker helpen. Intervaltraining bijvoorbeeld.
Wat is conditie eigenlijk?
Maar eerst even over wat conditie precies is. Conditie is namelijk een nogal breed begrip. Uithoudingsvermogen valt eronder, maar ook spierkracht, coördinatie en lenigheid. In de volksmond bedoelen we meestal gewoon uithoudingsvermogen als we het over conditie hebben. En dat bedoel ik ook. Daar gaat dit over. Jouw vermogen om het wat langer vol te houden en hoe je dat traint.
Intervaltraining
Ik zei het al; intervaltraining is een goede manier om je uithoudingsvermogen te verbeteren. Maar hoe kan jij daarmee aan de slag?
Goed nieuws en slecht nieuws
Ik heb goed en slecht nieuws voor je. Het goede nieuws is dat het niet per se veel tijd hoeft te kosten. Je hoeft niet urenlang te fietsen of te rennen en je hele zondagochtend kwijt te zijn. Het slechte nieuws is dat het pijn gaat doen. Intervaltraining is geen pretje. Maar je krijgt er wel heel snel een betere conditie van. Je lichaam leert namelijk sneller je hartslag omlaag te krijgen. En hoe sneller jij dat kan, hoe beter je uithoudingsvermogen is
Hoe dan?
Om even bij het hardlopen te blijven. De volgende keer dat je de deur uit stiefelt voor je reguliere rondje joggen, spreek je twee dingen met jezelf af. Ik ga een kortere afstand doen (en ben dus sneller thuis, YEAH!), maar ik ga ook gas geven. Totdat het pijn doet (bummer….).
Lantaarnpalen
Lantaarnpalen zijn vanaf nu je beste vriend. Je kiest er één vanaf waar jij de versnelling inzet. Je sprint zo hard als je kunt naar de volgende, en je gaat weer rustiger lopen. Tot de volgende. Dan meteen weer versnellen. De eerste sprintjes vallen mee, maar na de tweede of derde keer merk je dat je er steeds langer over doet voordat je hartslag weer naar beneden gaat. En dan is die volgende paal er al weer en moet je weer.
Dat is trainen. Je bent nu je conditie aan het trainen. Het helpt omdat ook tegen jezelf te zeggen. “Ik ben mijn conditie aan het trainen!” Wees agressief en zet alles op alles tijdens je sprint. Het mooie is namelijk; hoe sneller je sprint hoe eerder je weer rustig kan gaan lopen.
De volgende keren ga je opbouwen. Je sprint een keer de afstand van twee lantaarnpalen, of je loopt wat sneller tussen je sprints. Of je doet er vijf in plaats van vier. Doe altijd iets meer dan je vorige sessie. Je zult heel snel merken dat je uithoudingsvermogen toeneemt. Maar makkelijk moet het nooit worden want iedere sprint geef je het maximale. Maak die afspraak met jezelf.
Het mooie is dus dat je sneller weer thuis bent en voldaan op de bank kunt ploffen. En die volgende bootcampsessie? Ja, die gaat nu ook makkelijker. Beloofd.
- Toegevoegd op : 20-03-2019
Reageer
Login of registreer om een reactie achter te laten.